

Vraagstukken
Het onderwijs in Noord-Nederland staat voor grote uitdagingen. Deze zijn zowel van kwalitatieve als kwantitatieve aard en ruwweg in te delen in vier probleemgebieden:
Lerarentekort
Allereerst is er een groeiend lerarentekort. Dit vormt ook in het Noorden een steeds grotere maatschappelijke uitdaging. Het oplopende tekort zet de onderwijskwaliteit op scholen onder druk. Het lerarentekort versterkt de ongelijkheid tussen scholen en daarmee groeit de kansenongelijkheid voor leerlingen.
Leerling- en studentdaling
Typerend voor de noordelijke regio’s is de druk op het onderwijs door demografische ontwikkelingen. Minder leerlingen en studenten betekent dat het moeilijker wordt om scholen en opleidingen open te houden en aan te bieden. Leerlingdaling leidt ook tot opgaven en uitdagingen voor leraren. Denk daarbij aan professionalisering van docenten die in hun eentje een sectie vormen, of wanneer een leerkracht in een kleine basisschool meerdere leeftijdsgroepen in één klas moet bedienen.
Kansenongelijkheid
In het Noorden zijn er grote verschillen tussen de kansen die jongeren krijgen. Verschillen zijn met name te zien tussen stad en platteland, maar ook binnen steden zelf. Dit leidt onder andere tot (taal)achterstanden en sociale ongelijkheid voor leerlingen in diverse deelregio’s in het Noorden.
Verbinding tussen onderwijs en onderzoek
We weten dat een goede verbinding tussen onderzoek en onderwijs bijdraagt aan de kwaliteit van onderwijs én onderzoek! Op veel plekken zijn scholen en leraren al onderzoekend bezig, en onderzoekers kijken naar de praktijk voor hun onderzoeksvragen, maar er is nog een wereld te winnen op dit terrein.
Hoe bieden we deze vraagstukken het hoofd? Dat lukt niet in bestaande structuren, waarbij het onderwijs concurreert om de steeds schaarser wordende leerling, student of docent. Tegelijkertijd biedt deze situatie een unieke kans: om over onze eigen schaduw heen te stappen en samen aan de slag te gaan.